Column: Elk WK is een wegwerpproduct

0

De Nederlandse Voetbalbond wil samen met de Belgische het WK van 2018 organiseren. De vraag is niet meer of het WK in de Lage Landen moet worden gehouden, maar of beide landen er beter van worden en wat het voetbal aan deze organisatie heeft.

Italië was in de jaren tachtig plotseling economisch en zowaar ook politiek zo stabiel dat het land de organisatie van het WK in 1990 aandurfde. De jaren van crises en stakingen waren in 1984 eigenlijk pas net achter de rug, maar de Italianen kenden een sportief hoogtij zodat veel partijen zich sterk maakten voor de kandidatuur voor de Mondiale-90. Omdat de Sovjet-Unie de enige tegenkandidaat was won Italië de uitverkiezing in mei 1984.

 

 

 

 

Het land dat toen zeker voetbal ademde, heeft zich achteraf stevig vertild aan de organisatie van het mondiale toernooi. De schade is tot op de dag van vandaag zichtbaar. Terwijl de competitie internationaal tot ongekende hoogte steeg (zelfs de hedendaagse Primera Division en Premier League kunnen niet tippen aan de kwaliteit van de Serie A van toen), zat Italië gedurende vier jaar met kostbare bouwputten, die ook de toeschouwersaantallen frustreerden. Prachtige voetbaltempels werden afgebroken in opdracht van de FIFA. Sinds deze verbouwingen kampen de meeste stadions met een chronisch grasprobleem. Het pijnlijkste voorbeeld van het wanbeleid is Stadio delle Alpe, dat speciaal voor dit WK werd gebouwd en in 2006 al definitief werd gesloten. Er komt op de plek van dat stadion nu een nieuwe voetbalarena. Ook de stadions van Florence, Milaan, Cagliari, Bari en Genua bleken miljoenen verslindende miskleunen. De belangrijkste reden voor de tegenwoordige financiële crisis binnen het Italiaanse voetbal is de erfenis van de Mondiale-90. Dat die crisis pas twee decennia later boven water is gekomen, zegt meer over de interne kracht van de Serie A en het feit dat in Italië al decennialang het publiek extreem veel voor een toegangskaartje betaalt. Pas toen het volk zich van deze dure liefhebberij afkeerde, kwamen de lacunes in de stadions aan de oppervlakte.

 

 

 

 

De enige winst van de Mondiale zijn misschien wel de speciale afritten van de autostrada naar de stadions in Milaan, Rome, Florence en Bologna, die werden aangelegd om de spelers en bobo’s snel te kunnen vervoeren. Enkele verkeersknooppunten werden opgeheven, maar op wedstrijddagen zijn er nog altijd files op deze afritten omdat een baan voor de spelersbussen moet worden ingeruimd.

  

Frankrijk zit sinds 1998 met een nationaal stadion zonder vaste bespeler. Alleen bij de spaarzame wedstrijden van de nationale ploegen van het voetbal en rugby of bij popconcerten stromen de tribunes vol. Het Stade de France is meer een nationaal monument omdat Zidane er zijn triomf vierde. Zodoende is het gebouw een toeristische trekpleister geworden. Van alle andere speelsteden van het WK-98 is er geen een echt wijzer geworden van het WK. Toch kijkt iedereen met een zekere tevredenheid terug op het toernooi, maar dat heeft alles te maken met het sportieve succes van de eigen nationale ploeg.

 

 

Voor de organisatie van het EK-2016, dat in mei aan Frankrijk is toegewezen, moeten vier nieuwe stadions uit de grond worden gestampt. Lang niet alle voor 1998 verbouwde stadions komen nog in aanmerking, want die zijn meestal al verouderd (zoals in Nantes, Montpellier en Lyon). De praktijk leert dat een WK eerder een wegwerpproduct is. In Zuid Korea, Japan en Zuid Afrika werden speciaal voor het toernooi gebouwde stadions meteen na afloop alweer afgebroken.

 

 

Jurriaan van Wessem

Share.

Laat een reactie achter