WK-dagboek (22): Vlijmscherpe counter

0

Oranje kan mooie weken beleven. De ploeg speelt na twaalf jaar weer een kwartfinale op een WK en ze lijkt bezeten van het idee om eens niet in schoonheid te sterven maar om de wereldtitel voor volk en vaderland te claimen. Gaat dat echt lukken?

De mooiste (want voorlopig de enige) prijs waar Oranje beslag op legde, werd behaald met een heuse 4-4-2-opstelling. De onzin over ‘de Hollandse speelstijl’, waarmee zogenaamd aanvallen met twee vleugelspelers wordt bedoeld, heeft elke discussie sinds de jaren zeventig verziekt. Elke ploeg moet juist doen waar ze goed in is. In 1974 was Oranje vooral een ploeg die de tegenstander kon opjagen, maar de mooiste goal van het toernooi (Cruijff tegen Brazilië) was eigenlijk een voorbeeldige counter: vlijmscherp en genadeloos.

 

 

 

In 1978 speelde Oranje met een zeer sterk middenveld, waarbij Arie Haan stevig uit zijn slof kon schieten. Het was het laatste toernooi op het zuidelijk halfrond met wonderbaarlijke afstandschoten. Arie Haan en ook Ernie Brandts wisten niet wat ze meemaakten maar ze scoorden wel. Alleen in de tweede helft van de finale, toen Oranje achterstond, speelde de ploeg het voetbal over de vleugels (René van de Kerkhof en Rensenbrink) met een kopsterke spits (Nanninga) in hun midden. Die omschakeling van de tactiek in de ultieme wedstrijd had Oranje bijna een wereldtitel opgeleverd. In de verlenging was het fysiek sterkere Argentinië de bovenliggende partij dankzij Mario Kempes.

 

 

 

 

 

In 1998 speelde Oranje zeker goed voetbal maar elke ronde was wel een zware bevalling. Tegen Joegoslavië en Argentinië kroop de ploeg van Hiddink door het oog van de naald omdat de tegenstanders verzuimden de knock-out uit te delen. We moeten niet moeilijk doen, want de rode kaart van Ortega was volslagen onterecht (mooi toneelspel van Van der Sar) en eigenlijk had Argentinië toen een strafschop moeten krijgen omdat Jaap Stam verkeerd stond. In de halve finale tegen Brazilië had Oranje de scheidsrechter tegen en wist het ook nog eens de strafschoppen niet te benutten.

 

 

 

 

Oranje had toen nog niet de focus om wereldkampioen te worden. Dit biechtte Frank de Boer afgelopen week op. Het huidige team heeft die focus wel en hoe. Het lijkt wel of de ploeg niet in schoonheid wil sterven en als een zuinige kruidenier niets te veel wil doen om het doel te bereiken. Eén vlijmscherpe counter en de klus tegen Slowakije was al geklaard. Oranje doet nu precies waar het goed in is: prachtige counters spelen, met de lange bal van Sneijder op Robben, die zelfs met één been voor gevaar zorgt.

 

 

 

Toch doet dit WK voorlopig vooral denken aan dat van 1994, toen Oranje ook niet vooruit te branden leek en met weinig franje de kwartfinale haalde. Om vervolgens, gedwongen door een 2-0-achterstand zich met flitsend voetbal terug te vechten. Het ging toen uiteindelijk mis, want dat Brazilië had na 24 jaar van miskleunen echt de focus om kampioen te worden. Ook dat Brazilië speelde te zuinig voor het gevoel van de echte liefhebber maar werd wel wereldkampioen.

 

 

 

 

Of het huidige Oranje nu lijkt op het Oranje van 1994 of het Brazilië van 1994 weten we vrijdagavond. De ploeg van Van Marwijk is in potentie zeer sterk maar speelt geen voetbal waarmee je extra shirtjes verkoopt op de neutrale markt. Dat laatste was het enige bezwaar bij Real Madrid tegen Robben en Sneijder. Die twee jongens stralen buiten het veld weinig uit en zorgen niet voor de verkoop van shirtjes. Dat doen Kaka, Cristiano Ronaldo en Villa wel. Maar het zou de Hollandse nuchterheid sieren, wanneer Robben en Sneijder op het mondiale podium aantonen dat het vooral om voetbal gaat en niet om carnaval of marketing. Beide spelers zijn volop in de race om Europees Voetballer van het Jaar 2010 te worden.

 

 

 

 

Laat die twee lekker counteren en hun teamgenoten de wedstrijd vervolgens bevriezen. Als de tactiek slaagt tegen Brazilië, dan praat niemand meer over het gebrek aan schoonheid in het spel van Oranje. Natuurlijk speelt Spanje veel mooier voetbal, is Brazilië bij vlagen weer de swingende ploeg van weleer, speelt Duitsland met een aanstekelijk enthousiasme en is Argentinië zelfs een spektakel met Messi en Tevez, maar voorlopig koestert Oranje zijn troefkaart: de focus om niet in schoonheid te sterven.

    

Jurriaan van Wessem

 

 

Share.

Laat een reactie achter