Analyse: Laat Oranje leren van Confed Cup

0

De Confederations Cup is in de slotfase gekomen en de eerste conclusies kunnen al getrokken worden met het oog op het WK. Het eerste mondiale eindtoernooi op het zuidelijke halfrond sinds 32 jaar biedt veel kansen voor Oranje.

Een WK roept altijd een zomers gevoel op. Dat is ook best logisch wanneer het toernooi in de zomer wordt gehouden. Daar is sinds 1966 op een keer na altijd sprake van geweest, maar twee keer werd het toernooi onder herfstachtige omstandigheden gespeeld. In 1966 en in 1974 waren de klimatologische omstandigheden bepaald niet ideaal voor de zonnige (zeg maar Latijnse) ploegen en het is dan ook niet vreemd dat de sambaballers toen hun zonnige kleur kwijt raakten. Hetzelfde gold eigenlijk ook voor het WK-78, maar toen veerde Brazilië plotseling op en speelde in de laatste week nog twee mooie duels, die weinig waarde hadden omdat Argentinië op een kille avond Peru met 6-0 versloeg.

Het WK van volgend jaar lijkt weer zo’n toernooi te kunnen worden, met weinig prettig weer en moeilijke omstandigheden. Om veiligheidsredenen zullen veel spelers zich ver van huis geïsoleerd kunnen voelen, zoals de oranje spelers in Mendoza. Een ander aspect zijn de hoogteverschillen in het land. Italianen en Brazilianen hebben duidelijk aanpassingsproblemen gehad toen ze plotseling op 1400 meter moesten voetballen.

Het is daarom jammer dat de KNVB, met de kwalificatie toch al bijna op zak, niet de internationals een week werkvakantie aan heeft geboden om alvast te wennen aan de omstandigheden in Zuid Afrika. Niet Bert van Marwijk, maar de Van Persie’s en Ooijers moeten er volgend jaar staan. Een verder nietszeggende oefenwedstrijd tegen een jeugdteam uit Bloemfontein had elke speler al een boel extra ervaring opgeleverd, waar hij volgend jaar zijn voordeel mee kon doen. En als premie hadden de spelers dan van de KNVB een mooie safari kunnen krijgen in ruil voor een nietszeggende oefenwedstrijd in augustus.

De Italianen hebben hun les inmiddels geleerd en zullen volgend jaar misschien wel blij zijn dat ze deze zomer zijn afgeschminkt. Het winnen van Confederations Cup heeft geen enkele ploeg in het verleden windeieren gelegd. Met Spanje – Brazilië als meest logische finale krijgt het toernooi misschien nog echt vuurwerk te zien, maar voorlopig was het toch vooral demonstratievoetbal met de vuvuzela-toeters op de achterstand (het geluid wijkt echt niet af van dat tijdens Mexico-86, ook hier is dus sprake va globalosering en zeker niet van een typisch Afrikaanse omstandigheid).

Ook zonder de ervaring van het spelen van een oefenwedstrijd op hoog niveau in de Afrikaanse winter, blijft Oranje een kanshebber voor de mondiale titel, omdat in dit soort toernooien (zoals 1966, 1974 en 1978) de Latijnse ploegen vaak bevriezen en dus minder ontspannen spelen. Engeland is ook een geduchte outsider omdat de omstandigheden Brits lijken, maar eigenlijk is Zuid Afrika ook een beetje Neêrlandse grond en Oranje altijd de sympathie van de neutrale toeschouwer weet te winnen. Een slimme voorbereiding moet voorkomen dat Oranje matig aan het toernooi begint, zoals in 1990. Een voordeel van de vuvuzela is wel dat de Teletoeters gewoon thuis kunnen blijven.

Jurriaan van Wessem

 

Share.

Laat een reactie achter