Tot nu toe was het WK voor clubs een klein toernooi waar je makkelijk overheen keek. Slechts zeven teams deden mee: één club per continent, plus het kampioensteam van het gastland. Het toernooi duurde hooguit twee weken en werd vaak in december gespeeld. De Europese deelnemer kwam er meestal pas bij in de halve finale, won de beker, en vertrok weer.
Een heel ander WK voor Clubs?
Maar in 2025 pakt de FIFA het heel anders aan. Het WK voor clubs wordt groter, langer en serieuzer aangepakt. Niet zeven, maar 32 teams doen mee. En niet meer elk jaar, maar eens in de vier jaar, net als het ‘gewone’ WK voor landen.
De editie van 2025 wordt dus de eerste in het nieuwe format. Het toernooi duurt bijna een maand, speelt zich af in twaalf grote stadions in de Verenigde Staten, en lijkt qua opzet meer op het EK of WK dan op het vroegere Club World Cup. Dit is geen bonuswedstrijdje meer voor Champions League-winnaars — dit is een toernooi dat echt telt.
Het verschil met eerdere edities is dus enorm. Van een toernooi in de marge naar een zomer vol topvoetbal. Of dat ook echt een succes wordt? Dat moet nog blijken. Maar dat de FIFA er iets groots van wil maken, staat vast.
Een deelnemersveld van wereldformaat
Een van de grootste veranderingen in het nieuwe WK voor clubs is het aantal deelnemers. In plaats van zeven clubs, zoals in het oude format, doen er nu 32 teams mee. En dat zorgt voor een stuk meer spanning en variatie.
De clubs komen van over de hele wereld. Er zijn natuurlijk grote namen uit Europa, zoals Real Madrid, Manchester City, Bayern München en Chelsea. Maar ook kampioenen uit Zuid-Amerika, Noord-Amerika, Azië, Afrika en Oceanië maken hun opwachting. Denk aan Flamengo uit Brazilië, Al Ahly uit Egypte, Urawa Red Diamonds uit Japan of Auckland City uit Nieuw-Zeeland.
Clubs kwalificeren zich op basis van prestaties in hun continentale toernooien van de afgelopen jaren. In Europa geldt bijvoorbeeld: win je de Champions League, dan verdien je een plek. Ook het gastland — in dit geval de Verenigde Staten — mag een team afvaardigen.
Het deelnemersveld is daardoor veel gevarieerder dan vroeger. Fans kunnen clubs zien die ze normaal alleen op YouTube of in de samenvattingen tegenkomen. En het mooie is: ook deze kleinere of minder bekende teams maken gewoon kans om te stunten.
Door het grotere aantal ploegen voelt dit WK voor clubs echt als een wereldtoernooi. Je hebt niet alleen de elite van Europa, maar ook verrassingen uit alle hoeken van de voetbalwereld. En dat maakt het interessant — zelfs voor de neutrale kijker.
Het nieuwe speelschema: WK-stijl groepsfase en knock-outs
Ook de opzet van het toernooi is helemaal nieuw. Waar vroeger drie wedstrijden al genoeg konden zijn om wereldkampioen te worden, moeten clubs nu flink aan de bak. Met 32 teams krijg je automatisch een ander soort toernooi. En dat ziet er nu uit als een klassiek WK: groepsfase, daarna knock-outwedstrijden.
De clubs worden verdeeld over acht groepen van vier. Elke club speelt drie groepswedstrijden. De twee beste teams uit elke groep gaan door naar de volgende ronde: de achtste finales. Vanaf dat moment is het alles of niets. Eén slechte dag betekent dat je naar huis moet.
In totaal worden er 63 wedstrijden gespeeld, verspreid over bijna een maand. Dat is flink meer dan in de vorige edities. Toen waren er maar een paar potjes, en soms voelde het toernooi meer als een verplicht nummertje dan als een serieus podium. Dat verandert nu.
Het nieuwe speelschema maakt het toernooi een stuk spannender en minder voorspelbaar. Een underdog die het slim speelt, kan zomaar ver komen. Tegelijk moeten grote clubs elke wedstrijd vol gas geven. Er is geen ruimte voor gemakzucht.
Kortom: de opzet is nu écht die van een wereldkampioenschap. En dat past ook beter bij het niveau en de uitstraling van de deelnemende clubs.
Waarom de FIFA dit toernooi groter wil maken
FIFA wil van het WK voor clubs iets groots maken. Niet zomaar voor de show, maar omdat het past in hun grotere plannen. Ze willen dat clubvoetbal wereldwijd meer aandacht krijgt, niet alleen in Europa of Zuid-Amerika.
In veel landen is clubvoetbal nog minder ontwikkeld. Met dit toernooi wil FIFA laten zien dat clubs van overal ter wereld kunnen meedoen aan het hoogste niveau. Het idee is: geef meer landen een podium, dan groeit het voetbal vanzelf breder en eerlijker.
Maar er speelt natuurlijk ook geld mee. Een toernooi met 32 clubs, vol topnamen en sterren, levert veel op. Denk aan tv-rechten, sponsordeals en ticketverkoop. Vooral nu het toernooi in de Verenigde Staten is, waar de commerciële mogelijkheden enorm zijn. De FIFA ziet daar kansen, zeker met de groeiende interesse in voetbal in de VS.
Ook voor clubs buiten Europa is dit aantrekkelijk. Ze kunnen zich laten zien tegen de beste teams ter wereld. Voor hen is het niet alleen sportief, maar ook een kans om internationaal te groeien.
FIFA zegt dus: dit toernooi gaat over ontwikkeling, kansen en wereldwijde groei. Of dat voor iedereen zo voelt, is een andere vraag. Maar duidelijk is: de bond wil dit toernooi neerzetten als een blijvende en belangrijke kracht in het wereldvoetbal.
Kritiek op het nieuwe format: meer is niet altijd beter
Niet iedereen is blij met het nieuwe WK voor clubs. Er is best veel kritiek op het plan van de FIFA. Clubs, spelers, trainers en fans stellen vragen bij het nut en de timing van dit toernooi.
Een veelgehoord punt is overbelasting. De voetbalagenda zit al bomvol. Spelers hebben nauwelijks rust tussen clubwedstrijden, internationale toernooien en reizen. Door het WK voor clubs toe te voegen aan de zomer van 2025, raken veel spelers nóg vermoeider. Sommigen noemen het zelfs onverantwoord.
Ook clubs uit Europa hebben twijfels. Voor hen is het al lastig genoeg om de nationale competitie, bekertoernooien en de Champions League goed te combineren. Een extra toernooi, aan de andere kant van de wereld, past daar eigenlijk niet bij.
Fans stellen ook vragen. Is er wel echt behoefte aan nóg een groot toernooi? En gaan mensen net zo enthousiast zijn als bij het EK of WK voor landen? Sommigen vinden dat FIFA het vooral doet voor commercieel gewin. Meer wedstrijden, meer geld — maar is dat ook beter voor het spel?
Daar komt nog bij dat de meeste topclubs uit Europa en Zuid-Amerika tot nu toe vaak de finale haalden in het oude format. Kritische fans vragen zich af of dat echt gaat veranderen met 32 teams. Wordt het toernooi spannender, of juist voorspelbaarder?
Kortom: het idee van een groter WK voor clubs klinkt interessant, maar roept ook veel vragen op. Niet iedereen gelooft dat ‘meer’ automatisch ‘beter’ betekent.
Wat betekent dit voor de voetbalzomer en andere toernooien?
Het nieuwe WK voor clubs schuift niet zomaar ergens tussen het programma. Het valt precies in de zomer, een periode die normaal gereserveerd is voor rust of andere grote toernooien. Dat zorgt voor problemen en discussie.
In de zomer van 2025 worden ook het EK in Europa en de Copa América in Zuid-Amerika gespeeld. Veel internationals moeten dus kiezen: speel je met je land, of met je club op het WK voor clubs? Dat kan botsingen opleveren. Niet alleen fysiek, maar ook qua belangen.
Clubs willen hun sterspelers fit houden en het liefst niet kwijt zijn aan eindeloze reizen of extra wedstrijden. Nationale teams willen juist hun beste spelers beschikbaar hebben. Het gevolg is spanning tussen clubs, bonden en de FIFA.
Ook kleinere toernooien, zoals de Nations League, dreigen te verdwijnen of minder belangrijk te worden. Het schema raakt overvol. Elk jaar lijkt er wel iets groots op de planning te staan. Rustperiodes worden korter, en het risico op blessures groeit.
Sommige analisten zeggen dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het voetbal. Spelers raken oververmoeid, clubs raken geïrriteerd, en fans raken misschien zelfs een beetje verzadigd.
De komst van dit toernooi zorgt dus niet alleen voor een nieuw sportief podium, maar ook voor hoofdbrekens bij planners, trainers en spelers. Het verandert de voetbalzomer zoals we die kennen — en niet iedereen vindt dat een goede ontwikkeling.
Een spannend experiment of het begin van iets groots?
Het WK voor clubs in 2025 is zonder twijfel een nieuw hoofdstuk in het wereldvoetbal. Het toernooi is groter, langer en serieuzer dan ooit. Met 32 clubs, volle stadions en wereldwijde aandacht is het duidelijk dat de FIFA er iets groots van wil maken.
Toch is het nog geen uitgemaakte zaak dat dit toernooi ook echt een succes wordt. Er zijn veel vragen en zorgen. Kan het publiek enthousiast worden voor een clubtoernooi in de zomer? Blijven spelers fit genoeg? En past dit toernooi wel in een toch al overvolle voetbalwereld?
Aan de andere kant: het idee achter het toernooi is sterk. Meer clubs krijgen een kans om zich internationaal te laten zien. Fans krijgen wedstrijden die ze normaal nooit te zien krijgen. En het wereldwijde clubvoetbal krijgt een podium dat recht doet aan zijn groei.
Of het een spannend experiment is of het begin van iets blijvends? Dat weten we pas na de eerste editie. Maar één ding is zeker: de voetbalwereld kijkt met grote ogen naar wat er in de zomer van 2025 gaat gebeuren.